zondag 22 augustus 2021

Liefdesbrief: Aan mijn lief Meisje.

Mijn lief Meisje,

terwijl ik me tot deze brief richt werp ik nu en dan steelse blikken naar de gaard. Kon jij maar even zien hoe een zilverberk wordt bedekt met de gloed der ochtendraad. Volstrekt wondermooi. Bijkans een reflectie van jouw blanke lelielijfje tegen mijn onbehouwen gestel. Schenk me enige kwijtschelding wanneer de ene zin al wat slanker oogt dan de andere - ik ben maar een kluns, die zich bij tijd en wijle op een vers durft te storten. In de gedaante van een volwaardig dichter zal ik me nimmer kunnen bewegen. Daarvoor is mijn pen te mollig van punt en mijn geest te doorweekt van onkunde. Ik ontwaar wel het uitgebloeide heelal en de pralende schatten die in de schoot van Moeder Natuur een volmaakte oogst hebben gevonden, doch om die dan gunstig op rijm te verklanken tot een wingerd van inkt, neen, aan zulks kan ik geen uitkomst geven. Wat gaarne zou ik maar mijn liefde voor jou laten walsen door zinnen die als slotsom een gedicht baren. Dit moet uiterst aardig zijn. Thans moet ik het stellen met een schrijfsel dat jij hopelijk ietwat kan waarderen. Het is mijn tijd. Zoals ik tevoren al schreef, gelieve me enige of desnoods alle kwijtschelding te schenken als dit voortbrengsel het blauw in jouw ogen heeft doen verstenen tot een halfslachtige mineraal.                  

De jouwe altijd, je Rob Van de Zande 




maandag 9 augustus 2021

Liefdesbrief: Aan mijn allerbekoorlijkste Meisje

 Mijn allerbekoorlijkste Meisje,

was vandaag jou aardig gezind of speelde het, net als bij mij, een spel waarin het geduld op de proef werd gesteld? Ik kan het hevige gemis aan jou met geen macht bestrijden. Telkenmale Het een duel met me aangaat ga ik ten onder als verliezende partij. Godsjammerlijk zulk lot beschoren te zijn. Wellicht brengt bode Toekomst me goed nieuws en zal ik geen mijlen meer van jou verwijderd zijn. Mijn gezondheid laat het alvast toe. Ik zag vandaag bij toeval een aardigste hondsroos. Zij verkeerde in volle bloei en was lieflijk omringd door toermalijnen in bladvorm. Terstond gingen mijn gedachten uit naar jou. Hoe markant dat jullie soortgelijke trekken deelden. Ik heb ze wel drie vlinders lang in bewondering genomen. Bevallig meisje, zullen wij morgen weder een lange wandeling maken en bij tijd en wijle halt houden om elkanders lippen te bedrukken met zachte zoenerij? Zullen we de straten plaveien met schreden die enkel kussen nalaten in plaats van voetafdrukken? Zulks lijkt vrijwel een droom. Alsof de bronnimf terug bij haar bron kon leven nadat ze van een geschil met Apollo had gewonnen. Zo onwerkelijk schijnt me dit. Toen ik bericht van jou kreeg dat je leed aan pijnen in het hoofd werd ik onwel. Ik dacht dat pijn slechts aards was en geen hemeling als jou kon treffen. Laat me hoog woord hebben met een der goden - ik wijs Hem erop dat ik zoiets niet duld. Voor ik slapen ga bid ik tot hierboven. Nyx zal een allerzachtst bed voor jou weven komende nacht waarin je in een diepe slaap kan zinken. Het is mijn tijd. Schenk vergiffenis aan de letteren die jouw oogleden hebben verzwaard.

Jou te allen tijde zeer toegewijd,

je Rob