maandag 27 september 2021

Sonnet 'Krijgersmoed' uit nieuw manuscript.


Hoe bevallig je lijfje ook moge wezen,

Hoe glanzend ook jouw huid van fluweel,

Steevast vallen zij mij ten deel:

De stonden die ik daags moet vrezen.

 

Het voorjaar nam jou in zijn armen

En hulde jou in het zachtste licht,

Waarna hij voor zomer had gezwicht,

Doch die deed jou met augustus verwarmen.

 

‘t Zwervend blad zal jou meelij geven

En later jouw gestel van kou doen beven,

Eens winter vlokjes aan het fladderen doet.

 

Doch heb geen vrees, ik zal je prille figuur

Zowel bewaken bij vuur als het najaarsuur,

Telkenmale met verse krijgersmoed. 

maandag 13 september 2021

Liefdesbrief: Aan mijn liefste Meisje.

Mijn liefste Meisje,

er rest ons nog één avondval vooraleer we mekaar terug in onze liefste armen kunnen sluiten. Ik tel letterlijk elke loden slag van meester klok. Acht je het ook mogelijk dat hij, ondanks zijn wrede getik, thans moeizamer arbeidt dan tevoren? Hoe het ook zij, hij schrijdt voorwaarts en dat is nu van het grootste belang. Mijn Meisje, je moest eens weten hoe ik verlang om jouw lijfje van witte kalksteen te strelen en jouw sneeuwwitte hals te bedrukken met tere kussen en al deze zoete daden te beklinken met vurige liefderij. Het is welhaast een van mijn grootste wensen. Jou zien, voelen en bij jou samen zijn doen de vijf klassieke elementen samensmelten. Jou omhelzen spiegel ik gaarne aan Vuur. Als we tezamen zijn brengt Aarde - ofschoon het haar taak niet is - bloeisel van een uiterst aardige soort voort. De liefde die ons dan omringt fluistert door Lucht de liefste woordjes, waarna Water ontroering doet druppelen uit onze ogen. En Ether, als laatste element, verweeft onze met smacht gevulde adem door elkaar. Het is maar een flauwe afspiegeling, doch tot meer rijkdom is mijn pen voorlopig niet in staat. Allerliefste, het is mijn tijd. Vergeef me als deze armelijke brief jouw nimbus doet smelten tot een hoopje schaduw. Bij rijkere woorden zal de krans stralen opwerpen en zal jouw aanschijn, zoals het bij heiligen hoort, de eeuwigheid tegemoet gaan. Voorgoed de jouwe,
je Rob Van de Zande