zondag 1 mei 2016

Sonnet

Schennis van ‘t genoegen


Hoe kan ik smeken om vergiffenis,
Wanneer m’n mond met de garen
Gesponnen uit de valse oogstjaren
Tot bloedens toe dichtgenaaid is?

Een zegt: ‘Ik zag met strakke ogen,
Hoe Van de Zande klaar bij avond
Z’n kussen tersluiks heeft verkond
En jou met een roos heeft bedrogen.’

Maar ‘t was de koon van een bloem,
Wier nuance ik in dezen niet vernoem,
Die ik liefkoosde op het slapende gras;

Dus als ik daarmede ons genoegen,
De liefde door schennis liet omploegen:
Vergeef me en plant de dolk in wie ik was!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats reactie