dinsdag 1 oktober 2024

Dichterlijk maatwerk bij foto van Stichting EIS in Nederland.

 

Foto door Hans Jonkman










Op het kalken kleed toetsen mijn poten

Behoedzaam de dons der loop verder af,

In een rauwe wereld welke lijkt overgoten

Met scherven, tot bloedens is mens' straf,

Zal ik geheid, gelijk de natuur het nog wou,

Leven op de snaren van fijngeweven moed,

Hangend in ’t kielzog, in schaduw en kou

Met hun onterechte vrees als enige gloed.


vrijdag 6 september 2024

Gedicht op maat bij foto van Stichting De Noordzee.


Foto door Zita Veugen










Ze heeft vree en glorie laten roeren

In melodie, dicht of blauwig verhaal,

Placht ze piraat of veerlui te voeren

Op haar dartele rug van oneven praal,

En somtijds dekt ze gestaag ’t zand

Om te rollen, als het goudoog smelt,

Ver naar de streek aan de overkant

Is waar ze dan haar mysterie vertelt.

donderdag 4 juli 2024

Gedicht op maat bij foto van Bijenstichting in Nederland.

 










Uit de wereld van gekrijs en ijzerklauwen

Ben ik hier ten langen leste neergestreken

En heb ik een vreugde kunnen ontvouwen

Naast de mensen hun doorvoede gebreken,

Op een lilabed van zachte stuifmeeldraden

Walsen geuren zoet met een noorderwind

En kan ik tersluiks in honingdauw baden

Aleer de wereld mijn natuur weer verslindt.


maandag 13 mei 2024

Sonnet uit manuscript Laudanum.

Aan Juliet 

  

Puur was jij toen mijn oog op je viel,

Als arm wezen uit ‘t rijk aller dieren

Bewoog je om me even te plezieren,

Ofschoon je me trof in hart en ziel,

 

Want sedert die dag was jij van mij

En kon zelfs Pan ons niet scheiden

Op zijn verse, hemelwaartse weiden,

Zag zijn ogenpaar één in ons bei.

 

En thans overmant geen heidenhand

Jou tot wanneer je in angst verzandt,

Nee, thans leef je aan het minnevuur.

 

En in ‘t geloof dat ik jou zal hoeden

Voor vorst, klauw, smart en roeden -

Jou lief ik tot mijn allerlaatste uur.


maandag 29 april 2024

Gedicht op maat bij de Schellemolen in Damme.

 














Tuim’lende wieken van lucht en rood

Gaven spijs in de wit-torende romp,

Welke eertijds de verse maling bood

Van koren, en zo de honger bekromp

Tot ieders maag overvol was gevuld

Besloot Tijd om ‘t gevlucht te belagen,

Doch niets treft hier één’ge schuld -

Gestaag hoor je de fijnste wiekslagen.


maandag 15 april 2024

Dichterlijk maatwerk bij standbeeld Ambiorix in Tongeren.

 













Als verrezen uit een zuiderse kroniek

Heeft men mij met moed overgoten,

Zo dat deze koning en zijn tragiek

Elke sage over zich hebben verstoten,

Doch aan de kijklustigen is het thans

Om de vlag te hijsen of mee te strijden.

Lauwert u mij met een zege en krans

Of valt u in hem als bezeerde heiden?