Ofschoon ik op beeld
ben opgenomen,
Verhaalt mijn huid de
wissel van elk tij:
Soms vloei ik als
reinste aller stromen,
Dan laat de robijn
haar schijnsels op mij;
Hoe m’n aanzijn ook
wordt weergegeven
En welke winden er langs
mij tekeergaan,
De robijnen geven kleur
aan mijn leven
En doen me vloeien naar de oceaan.