zondag 19 juli 2015

Sonnet

Morte di un pittore


En niettemin schildert hij voort,
Ofschoon zijn al rauwe penselen
Geen nuance op de toonladder spelen
En door Aphrodite’s orenpaar gloort;

Blijft hij in balling onder de kunde,
Die het gerinkel der zware keten
De stilte zijner hand doet vergeten
En hem z’n ware postuur niet gunde.  

O belijder van ‘t schoon haar dijen,
Ziehier de doeken lijfloos schreien -
En hoor de kop rollen van de harlekijn.

Ik smeek, laat voor ‘t slot je tint
Door nog elk wakend oog bemind
Niet het druppelbloed jouwer harte zijn.