Dor
schijnt m’n borstbeeld,
Ofschoon
een voorjaarsgetij
‘n
Molmboeket heeft geteeld
En
diens oogst uitblies op mij.
En
zo vergaat me dit wezen,
Al
word ik door geen ontwaard,
Door
natuurs wende geprezen
Schijnt
mijn van éénge aard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats reactie