Requiescat
Tread light, she is near
Under the
snow,
Speak gently,
she can hear
The daisies grow.
All her bright
golden hair
Tarnished with
rust,
She that was
young and fair
Fallen to
dust.
Lily-like,
white as snow,
She hardly
knew
She was like a
woman, so
Sweetly she
grew.
Coffin-board,
heavy stone,
Lie on her
breast,
I vex my heart
alone,
She is at
rest.
Peace, peace,
she cannot hear
Lyre or
sonnet,
All my life’s
buried here,
Heap earth
upon it.
...
Requiescat
Treed licht, haar lijfje is dicht
Onder sneeuw vermoeid,
Spreek nog zachter want zij ligt
Waar ’t madeliefje groeit.
Gouden haren, door zon gebonden
Lijken mat, noch dof,
Toch zij was schoon, ongeschonden
Thans gevallen tot stof.
Als een lelie, als de witte kus
Amper de stilte nabij,
Doch zij was een dame, dus
Lieflijk groeide zij.
Vale zerk, een zware steen,
Welke haar borst bedekt
Thans kwets ik m’n hart alleen,
In ruste is zij opgewekt.
Vrede, vrede, ze kan niet horen
Een sonnet of lier,
M’n leven is met de aarde verloren
En ligt begraven hier.
Dit gedicht van Wilde en bij uitbreiding de vertaling ervan, is een pleidooi voor en verdient het adagium van 'Sursum Corda' ofte ' Verheft het Hart'. Ontroerend mooi met een zweem van lichte weemoed.
BeantwoordenVerwijderenDank voor deze mooie woorden, waarde S.
BeantwoordenVerwijderen