Gelijk
het mensdom is beschoren,
Allengs
te vervaagen op deez’ aard,
Echoën
we ‘t beurtgezang in kooren
Dat
ons van ’t zonne-gedaal klaart,
Want
hoe schriele ook onzen duur
Of
waar de zielehouder ook schaart,
Resten
we op de aadren der natuur
Zolang
‘t bloed naar z’n bronne vaart.
Prachtig, nog steeds, Rob, nog steeds...
BeantwoordenVerwijderenDank je, Wim.
BeantwoordenVerwijderen