zondag 19 augustus 2018

Gedicht bij werk van Lara Schnitger.
























Zowel eed’le vrouwe als raggenmeid
Vonden troon in mijn houtrige geest,
Die hun fortuinen of gepijnde spijt
Met kant of lompen hebben bevleesd.
Doch treurt niet, geen zal vergeeten
Wat meelij van de koperkop scheidt,
Want gestoeld op een aards geweten
Is mijn onsterfelijke hoedanigheid.

donderdag 2 augustus 2018

Vers op maat bij White Landscape van Jan Cremer.





















Eénge blommen in purpren vacht
Torenen bont over het melkige land,
Waar des winters aanblik hen wacht,
Bewaaren vlokkerij en vrieze stand.
En over de heuvel lonkt ‘n hemeldoek,
Wat brandhoutslierten lispelen praal,
Niet door kou want geen zon is zoek
Doch omdat ze leven in dit verhaal.