zondag 19 augustus 2018

Gedicht bij werk van Lara Schnitger.
























Zowel eed’le vrouwe als raggenmeid
Vonden troon in mijn houtrige geest,
Die hun fortuinen of gepijnde spijt
Met kant of lompen hebben bevleesd.
Doch treurt niet, geen zal vergeeten
Wat meelij van de koperkop scheidt,
Want gestoeld op een aards geweten
Is mijn onsterfelijke hoedanigheid.

2 opmerkingen:

  1. Bij het fragiel ogend werk van deze kunstenares komt de archaïsche stijl van de dichter duidelijk tot zijn recht. Zou het bovenstaande werk deel uitmaken van een beeldverhaal, zou ik ijverig en nieuwsgierig uitkijken naar het volgend plaatje. Mijn complimenten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat waarderen we, waarde Satyricon. Alle dank.

    BeantwoordenVerwijderen

Plaats reactie