Vers op maat voor Tierenteyn-Verlent in Gent.

In het harte van de Gentse stad

Worden wij ambacht’lijk bereid

En heeft elke mond ons liefgehad

En gesmaakt door kunde en tijd,

Want bekoorlijk zijn we allemaal -

Van saus tot azijn met specerij

Vindt men ons in fles of bokaal,

Hier in deez’ mostaardfabriekerij.

Sonnet bij werk van Gabrielle Kroese.

Aleer het zich weder openbaart:

Zonder muze blijft het perkament

Een grafsteen waarop men herkent -

Hier ligt hij, verzonken met de aard’.

Men placht het alom te verkonden:

Zonder liefd’ zal er nimmer pijn zijn,

Al is dat juist het enige medicijn

Dat de dichter heelt van diens wonden.

Hoe koortsachtig liefdenaren wezen

Min hun muzes zullen ze niet genezen,

Doch ten grave dalen weldra.

En dan wordt het weder openbaard:

Hier ligt hij verzonken met de aard’

En liet geen woorden, maar tranen na.