Waarom
ik jou nimmer vergeet?
Laat
deze vraag niet wederkeren,
Want
het zou me waarlijk bezeren
Als
je me minder acht dan je poëet.
Ik
hoef beslist geen eervol bestaan,
Doch
als jij jezelf niet kan lezen
Wordt
alleen de vrees aller vrezen
Aan
mijn hart en geest afgestaan.
Beschouw
jezelf als mijn enige weerga,
De
reden waarom ik aan ’t dichten sla -
Jij
blijft het woord dat me rijmen doet.
En
wanneer m’n pen je niet onderscheidt
En
je voelt je 't antwoord in vergetelheid,
Vergeet
dan nimmer, je bent hier, in overvloed.