maandag 27 april 2020

Sonnet voor therapeutisch initiatief Lichaam en Geest.




In dromen bedekken bloesems je gezicht
En als ik ontwaak zie ik hetzelfde beeld,
Alsof iemand je aanschijn heeft gepenseeld
Zodra dageraad terug de kamer oplicht.

Vergeef me dat ik het niet beter beschrijf,
Dat mijn geest onder een armoede lijdt
En niet huizen kan in meer wijsheid,
En zo onkunde ziet als zijn enige verblijf.

Doch hoe kan ik werkelijkheid scheiden
Als dromen me evenzeer verblijden?
Hoe onderscheid ik dag van droom?

Want de bloesems sieren je aangezicht,
Hoe ver het ook van het mijne ligt,
Zowel droom als daad heeft hetzelfde aroom.

vrijdag 17 april 2020

Vers op maat bij Droomdag van Sassafras De Bruyn.

© Sassafras De Bruyn






















Des nachts lig ik te staaren -
Geen slaap beklimt m’n geest,
Hoe jij en ik die vergane jaaren
Eens blijmoedig zijn geweest.
En dan, in den vroege morgen,
Zit ik vast in een bepaalde droom
Waarin ‘n witstaartje onverborgen
Smult van een zoet aroom.

zondag 5 april 2020

Sonnet uit manuscript.



De grootse poëet


Het verging me geenszins als grootse poëet;
Mijn poëzie was, met de zijne vergeleken,
Grover van voet en zo is nader gebleken,
Dat elegantie van ’t rijm zelfs afstand deed.

Het letterwerk dat ik richten wou aan jou
Beschaamden slechts ‘t onbeschreven blad,
Zo erg dat bevalligheid er genoeg van had
En zich er niet langer aan spiegelen wou.

Dus heb ik me bij de stiel en de leer
Neergelegd en laat ik thans des te meer
Jouw naam weergalmen door zijn stem.

Je zal van mij geen woorden meer horen,
Met geen letter zal ik je nog pogen te bekoren -
Ik blijf stil en wat nog komt, komt van hem.