Laat me hier
neergeschreven:
Hoe ik prijk in ‘t
azuren licht,
Met sneeuwval mild
verweven
Op des winters
aangezicht,
Word ik door de ranke
hand
Getekend in
decembermeel
Tot boomen en blommen
geplant
Naar dit
najaarstafereel.
Laat me hier
neergeschreven:
Hoe ik prijk in ‘t
azuren licht,
Met sneeuwval mild
verweven
Op des winters
aangezicht,
Word ik door de ranke
hand
Getekend in
decembermeel
Tot boomen en blommen
geplant
Naar dit
najaarstafereel.
In ‘n veldboeketje zag
ik jouw aanschijn,
Hoe volmaakt geef jij
het evenbeeld weer
Van rozen, viooltjes en
één plantenveer:
Een deugd ben jij hier
in dit beeldfestijn!
Viooltjes spelen om
beide jouw wangen
En ‘n rozenknop vult ’t
kuiltje van je kin,
Zo dat ik niet alleen
de mooiigheid min
Van ‘t landschoon dat
in jou is gevangen.
Doch, ‘k vrees wanneer
de blauwe lucht
Zijn weide met kwade wolken
bevrucht,
Dat de teelt met onweer
wordt besmet.
O, God verhoede dat
geen jouw aanschijn
Schoffeert met droppels
van ‘n kil venijn
Of verkaalt tot een decemberboeket.