maandag 25 oktober 2021

Sonnet: Onder ede.

 

Ik beloof onder ede aan jouw zij te staan,

Wanneer welgemoed zich even opbaart

En droefenis zich voor jouw ogen ontwaart,

Dan zal ik die treurte voor jou ondergaan.

 

Ik beloof onder ede jouw hand niet te lossen,

Al laten rampspoed, kommer, wee en zeer

Zich een voor een in dat hart van jou neer,

M’n vingers zullen door de jouwe blijven klossen.

 

En ik beloof onder ede dat de bloem op je huid

Zich nimmer zal laten verminken door ‘t onkruid,

Al bederft een decemberdag haar aangezicht.

 

En ik beloof onder ede dat voor jou mijn liefd’,

Al is ze toentertijd door smart gekliefd,

Nimmer zal luwen, thans, eeuwig in dit dicht.

zondag 10 oktober 2021

Minnebrief: Aan mijn allermooiste Meisje.

Mijn allermooiste Meisje,

ik moet mijn pen aanwenden om jou te schrijven hoe ravissant je was laatste dagen. Met alle graagte spiegel ik jou aan een mandir - fraai voor het oog, doch nog bevalliger binnenin. In een eigen bereid verhaaltje van ons brengt jouw voortreffelijke mond veelal te berde dat ik een faun ben. Mijn lieve Meisje, een faun kon zijn affectie neervlijen op de huid van een nimf, een halfgodin. Jij bewaarheidt elke hoedanigheid van een godin, een oppergodin, zo je wil. Praat niet langer over scheurtjes of barstjes die verschijnen wanneer je heel even menselijk bent, doch over schaduwen van praalboeketten of milde grondmisten die ten hemele stijgen wanneer zon daagt. Jouw persoon is bovennatuurlijk, ontroerend schoon en voor elk kunstenaar het onderwerp van zijn ziel dat hij wil, doch niet kan verwerkelijken. Ik kniel op ontvleesde knie, vergeve me mijn armlastige woorden - ik zal nimmer in staat zijn om jou te bezingen met de vocalen die jou recht aandoen. Jouw naam blijft gebeiteld in mijn hart, jouw verschijning geschilderd door mijn geest en jouw psyche beschreven op mijn beenderen. Zonder jou zal geen bloem ooit nog naar vreugd geuren.

Jou immer toegedaan,

je Rob Van de Zande