Ik beloof onder ede aan jouw zij te staan,
Wanneer
welgemoed zich even opbaart
En
droefenis zich voor jouw ogen ontwaart,
Dan
zal ik die treurte voor jou ondergaan.
Ik
beloof onder ede jouw hand niet te lossen,
Al
laten rampspoed, kommer, wee en zeer
Zich
een voor een in dat hart van jou neer,
M’n
vingers zullen door de jouwe blijven klossen.
En
ik beloof onder ede dat de bloem op je huid
Zich
nimmer zal laten verminken door ‘t onkruid,
Al
bederft een decemberdag haar aangezicht.
En
ik beloof onder ede dat voor jou mijn liefd’,
Al is ze toentertijd door smart gekliefd,
Nimmer zal luwen, thans, eeuwig in dit dicht.
Il n'existe que trois êtres respectables: le prêtre, le guerrier, le poète. Savoir, tuer et créer*.
BeantwoordenVerwijderen* Baudelaire
Wat meer is; dichters sterven nooit.
Zo is dat, waarde Satyricon.
Verwijderen