Waar ter wereld nemen ze vele vormen aan
En laten ze zich in rondjes of tipjes verstaan,
Zij het nu vol, slank of bestippeld met saffier,
Ze bezorgen allerlei monden ‘t nodige plezier
En dan worden ze smaakvol tentoongespreid
Met hun sterke geur die menige neus verleidt,
Doch in Gent is er één roomig pandje de baas
En dat luidt ver als Het Mekka Van De Kaas.