Vers op maat voor café Den Turk.

 

Van oudsher smaakt men hier den drank
En vult deez’ kroeg warmte en sfeerklank
Weergalmend uit oud’re of verse monden,
Welke soms jolijt, soms traanen verkonden,
Waar zowel de jonkvrouwe als den heer
Vertoeven kan op de krukken van weleer,
Want in het harte der Gentse binnenstad
Tapt Den Turk het beste uit ’t oudste vat.

Voordracht voor Rotary Club Utrecht Kromme Rijn in Gent.

 

Waar stand en waarde elkander treffen

Vervullen deez’ heeren ieder hunne wens

En doen aardmolm tot ambrozijn heffen

En verdichten zo de onbeschreven mens,

Want geboren zijn zij om te verscheiden

Eer ze ‘t gestel tooien met zilv’ren munt

Van degene die niet langer hoeft te lijden

Is zowel hunne stand als waarde gegund.

Dichtstuk op maat voor hotel Gravensteen.

 

Nabij ’t kasteel der Graven praalt een groots logement,
Waar zowel de pauper als de keizerin wordt verwend.
Achter de roomwitte gevel, waarop pronksel geschiedt
Gaan niets dan gejaagdheid en luidkeelse tinten teniet
En wordt de dame of den heer in oude nachten gelegd
Op een stee die bewaakt is door een behaaglijke knecht,
Want hoe rijp ook het uur, hoe barbaars ook de winden,
Een zachter oord, waar rust heerst, zal Gent nooit vinden.

Gedicht op maat voor chocoladecafé Zoetse.

 

Alom vallen ze aan eenieders oog ten deel
Gelijk kleurrijke schatten uit ‘t cacaoprieel,
Al is er maar één rijk op den Gentse grond
Dat weer ambachtelijke lekkernijen uitvond
En die laten zich warm en vers vergezellen
Door hun éénge echte gestreken mastellen,
Doch in dit huis vindt ook de dorstige mond
Saffierensap dat zich als Gruutbier verkondt
Dus wie een stukje geschiedenis wil smaken:
Zoetse haar rijk doet ied’re mond vermaken.