Nabij ’t kasteel der Graven praalt
een groots logement,
Waar zowel de pauper als de keizerin wordt verwend.
Achter de roomwitte gevel, waarop pronksel geschiedt
Gaan niets dan gejaagdheid en luidkeelse tinten teniet
En wordt de dame of den heer in oude nachten gelegd
Op een stee die bewaakt is door een behaaglijke knecht,
Want hoe rijp ook het uur, hoe barbaars ook de winden,
Een zachter oord, waar rust heerst, zal Gent nooit vinden.
Waar zowel de pauper als de keizerin wordt verwend.
Achter de roomwitte gevel, waarop pronksel geschiedt
Gaan niets dan gejaagdheid en luidkeelse tinten teniet
En wordt de dame of den heer in oude nachten gelegd
Op een stee die bewaakt is door een behaaglijke knecht,
Want hoe rijp ook het uur, hoe barbaars ook de winden,
Een zachter oord, waar rust heerst, zal Gent nooit vinden.
Uw vers op maat is een ode aan dit uiterst charmante driesterrenhotel aan de voet van het mystieke Gravensteen in het hartje van bruisend Gent. Uw pen omhult het hotel in een nevel van historiek, romantiek en rust.
BeantwoordenVerwijderenZo is dat, waarde Anoniem. Beslist een bezoek waard. Dank voor uw aardige woorden.
Verwijderen