Soms worden ze bekleed met ‘n
bronzig deken,
Soms worden ze geaaid door een
geele passaat,
Doch steeds stelpen ze de
wonden en gebreken
En overlappen die met wat
hun kunde verraadt.
Of ze nu werden blootgesteld
aan decembervorst,
Of zij zagen lente ontluiken
op hun woestijngelaat
HUUS dekt alles met ‘n vacht
die eeuwigheid torst
En elke seconde ervan in pracht
en praal verslaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats reactie