Geneviève
Langzaam
breken wondre rozen,
Nu
ze jou niet verder ontwaren
Verwijt
tooi z’n immer liefkozen
En
schudt herfst de natte blaren,
Zelfs
zon tempert haar aanblik
En
arm lijkt alles van schoon,
Hoor
voor jou m’n stervelingensnik
In
het zielenleed dat ik bewoon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats reactie