Uit
den zwoelen duister laat ze me praalen
Al
schijnt m’n contour liever klaar van grond,
Welke
zich in een timbre diep laat vertaalen
Als
‘n woudsier die glans voor den vijver vond.
En
zo blijf ‘k in witwaad dat door haar handen,
En
omkranst door wenken van een serafijn,
Zichzelve
nimmermeer zal zien opbranden
Voor
’t oog mijner vormer: In verre traanen pijn.
Mooi en sterk gedicht. Proficiat.
BeantwoordenVerwijderenMijn dank.
BeantwoordenVerwijderen