Alhier plengen paarlen nooit
En
wordt de scharlaken huid
Rond
mijn karkas niet ontdooid
Of
valt zij aan vree ten buit.
Ja, 't
is immer een zuivre nood
De veldslag niet te bevechten,
Want de jongen in mij is gedood,
Doch spijt zal 'm nooit knechten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats reactie