Het is de zang niet welke mij welft,
Noch ben ik als ‘n pauwveer gezwicht
Voor de leeuwerik die z’n schimhelft
Voor de leeuwerik die z’n schimhelft
Laat verdwijnen door ‘t heemellicht -
Want ‘t is een begeerte die mij buigt,
Als een twijgje waarop twee mussen,
De één zijn liefd’ voor haar betuigt
Ten einde h’r wang te mogen kussen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats reactie