Is ‘t geloof éénge vorm genegen?
Wanneer
hij houwt uit het wezen
En
als som geen marmeren regen,
Op
een praalbede hoeft te vrezen.
Zo
heeft hij thans weder bewezen -
Schoon
dient maar één belijdenis,
Die
uit z’n hogere hand verrezen
Hier
als godsvrucht neergedaald is.
Steeds opnieuw ben ik getroffen door het werk van Jan-Carel Koster. Zijn werk betekent - voor mij althans - een mengeling en samenspel van kracht en tederheid. Diezelfde onmisbare tederheid treft mij eveneens in de poêzie van Rob Van de Zande.
BeantwoordenVerwijderenDank voor deze bevallige woorden, waarde S.
Verwijderen