Als wees van de Bekoorlijkheid
Schonk
hij haar een onderkoomen,
Dat
‘t oog opaalt en tezelfdertijd
Geneugte-tranen
doet stroomen,
En
zo geeft het gitkolen silhouet,
Waar
veer en penseelen om strijden,
‘n
Portret dat zichzelf en ‘t vers redt:
Thea,
een muze uit de hoogtijden.
Mooi Rob, een "geneugte" om deze vers in samenzang met de tekening te mogen lezen. Dankje.
BeantwoordenVerwijderenVera
Mijn dank voor de waardering, waarde Vera.
BeantwoordenVerwijderen