Verbannen van Amor’s bleke wangen
Lijk ik in den vleeze aan ieder te buit,
Die in geen klauw of kaak is gevangen,
Doch zichzelve in een schoonheid uit.
En zo ontsnap ik aan des werelds leed,
Lig ik onder de adem van tijds kwaad,
Die elk beroert met een zucht of kreet,
Maar m’n fraaie lijf aan vrijheid afstaat.