Op de laagte van een monddood veld,
Waar
wijnpalmen en flonkre bloemen
Niet
door m’n potlood worden verteld
Om
geen honingbij te hooren zoemen,
Stilt
mijne hand het gezwinde leven,
Eer
ze opgaat in ‘n welbespraakter tij
En
laat ik Schoon met Rede verweven
In h’r vleuglen van
lelieblanke makelij.
De lente lonkt en zie, daar verschijnt reeds de eerste vlinder. Niet schroomvallig doch in volle glorie. Alsof hij fier en onbevangen kond wil doen van nakend geluk in een ontluisterende wereld. Mooi.
BeantwoordenVerwijderenDank voor de waardering, genegen Satyricon.
BeantwoordenVerwijderen