Onder des hemels azuuren streeken,
In
steedse kameraadschap met elk getij,
Kunnen
we ‘t goudoog minzaam breeken,
Zonder
dat bloed regent op blad of gewei
En
al wille de barbaaren ons slachten,
Als
broeders der natuur zingen wij mee
Met
het kloeke boskoor dat onz’ vachten
Behoedt
voor het mensdom zijne snee.
Een ode aan de natuur, recht voor de vuist en zonder franjes, mooi!
BeantwoordenVerwijderenZo is dat, waarde Satyricon, als Natuur spreekt dient Mens te luisteren.
VerwijderenWat een mooi gedicht. Méér van dit a.u.b.
BeantwoordenVerwijderenElke
Dank, waarde Elke.
Verwijderen