donderdag 25 mei 2023

Derde brief uit het manuscript Immer van Liefde.

Mijn aanminnig Meisje,

 

hoezeer kan toeval een sterveling genegen wezen? Of verstuift de Heer geen believen met Zijn wonderbaar vermogen? Wat de uitkomst ook is, ik acht mezelf uiterst gezegend. Dagen bevolen me te wachten op een kronkeling uit jouw pen, doch Lot bood Haar welwillendheid terstond aan. Toen ik jou ontwaarde in de dreef was het alsof een oppermacht me van adem beroofde. Mijn hartslag nam toe en een siddering overmande me. Gelijk Sophocles, toen die maar een tweegevecht hield met zijn eens afdwalende geest. Een meer treffende vergelijking blijft thans zoek. Tersluiks zag ik hoe jij argeloos onder die lijvige populieren wandelde. Lieftallig en teer. Alsof jouw poedertred het versteende vloerkleed voor enige druk wou behoeden. Had je mijn brief van eergisteren reeds gelezen? Ik vraag het jou, want het antwoord zou die gedachten van me kunnen tenietdoen. En aan zulke verlossing heb ik grote nood.

Ik waag het erop en nodig maan uit voor een vroeg optreden. Het benieuwt me ten zeerste of ik jou deze avond zal terugzien. L’espoir fait vivre.

 

Immer van liefde,

je Rob Van de Zande

dinsdag 16 mei 2023

Minnebrief uit Immer van Liefde.

 

Mijn teer Meisje,

 

heeft mijn laatste klaaglied jouw orenpaar niet met stilte bekleed? Indien zo, bind ik een dozijn strijkers samen en verzoek ik hen om geboorte te geven aan een alleraardigst opus. En zing jij gelijk je eertijds klonk. Het lijkt welhaast een afwijking, mezelf telkenmale als prooi terugvinden. Een prooi welke gevallen is eer hij zich onder jouw kaken van seleniet bevindt. Ik denk waarlijk dat mijn welzijn ondergeschikt is aan jouw afkeer - één misnoegde blik heeft de kracht om me levenslang te verlammen. Zozeer hang ik aan het filigraan des slechts. Misschien wek ik blijdschap bij jou op door mede te delen dat nacht me nog even ontrouw is. Ik vind haar niet, derhalve kan ze me niet minnen. Doch wie gestaag de parels van nachtblauw draagt, wordt ten langen leste moede door het daagse leuren. Zulks heb ik opgevangen uit een dichtstuk van een troubadour.

Mijn liefste, niet wederom ga ik een knieval maken voor een helende letter van jou - zulk kil theater komt beiden niet ten goede. Ditmaal zal ik mijn pen weren van het papier en jouw verschijning afwachten. Ga je nog des avonds een promenade maken in die hartelijke dreef? Ik wacht jou van tevoren ginds op.

 

Jou altoos toegedaan,

je Rob

dinsdag 2 mei 2023

Minnebrief uit manuscript Immer van Liefde.

Allerbevalligste Meisje van me,


jou niet met een onwaardige schriftuur belasten, is me een opgave welke ik allerminst kan vervullen. Zulks heeft zowel mijn geest, als mijn lichaam gewaargeworden. En thans bezwijk ik finaal - de pen ziet het papier weder onder zijn punt. Telkenmale ik aan jouw laatste brief dacht, poogde ik om het satanskind erin de aardigste tuin te geven, doch het keert zich voortdurend naar het leliewater. Alsof schoonte maar haar ware zelf gelooft wanneer ze jou in memorie neemt. Ik staak bij dezen het vermoeden dat ik ooit zonder jou zou kunnen ademen. Niets op deze ter ziele gegane aarde is me dierbaarder dan jij. Het mag dan erbarmelijk wezen, doch het zij zo. Leed ontpopt somtijds de langst levende vlinders. Het is aan de gelukzaligen om ze waar te nemen en in hun vleugelslag te geloven.

Melieve, in een wens dat jij me wederom vergiffenis zou willen schenken, ontvang ik gaarne een repliek - kostbaar en waarachtig. Ik verga bijkans van wanhoop. Kan je me tooien met groene bloemerij? Die mooiste wezens van hoop? Hun aard mag enigszins wild zijn, zolang ze dat hart van mij maar redden. Alle dank komt thans al jou toe.

  

Nimmer van jou verwijderd,

je Rob Van de Zande