Mijn aanminnig Meisje,
hoezeer kan toeval een
sterveling genegen wezen? Of verstuift de Heer geen believen met Zijn
wonderbaar vermogen? Wat de uitkomst ook is, ik acht mezelf uiterst gezegend. Dagen bevolen me te wachten op een kronkeling uit jouw pen, doch Lot bood Haar
welwillendheid terstond aan. Toen ik jou ontwaarde in de dreef was het alsof
een oppermacht me van adem beroofde. Mijn hartslag nam toe en een siddering
overmande me. Gelijk Sophocles, toen die maar een tweegevecht hield met zijn eens
afdwalende geest. Een meer treffende vergelijking blijft thans zoek. Tersluiks
zag ik hoe jij argeloos onder die lijvige populieren wandelde. Lieftallig en
teer. Alsof jouw poedertred het versteende vloerkleed voor enige druk wou
behoeden. Had je mijn brief van eergisteren reeds gelezen? Ik vraag het jou,
want het antwoord zou die gedachten van me kunnen tenietdoen. En aan zulke
verlossing heb ik grote nood.
Ik waag het erop en nodig
maan uit voor een vroeg optreden. Het benieuwt me ten zeerste of ik jou deze
avond zal terugzien. L’espoir fait vivre.
Immer van liefde,
je Rob Van de Zande
Een waarlijk Poëet doch geen Sterveling. Deze prachtige brief is doorspekt met zeer mooie inhoud en diepgang. Magnifique.
BeantwoordenVerwijderenDank voor uw aardigste woorden, waarde Anoniem.
BeantwoordenVerwijderen