Op het nachtfloers van de Nubische koning
Vertelt
de kunstenaar hoe hij zijn inval ving:
‘Ik
krulde sneeuwkruid door winter z’n lokken,
Welke
ik ten top bevolkte met roomge vlokken
En
in ’n lauwlicht doopte van antieke blossen -
Tot
doel één haar hals met noblesse te dossen.’
Hoe graag had ik bij deze lieflijke verschijning een tipje van de sluier opgelicht. Helaas staat mijn gevorderde leeftijd verdere toenadering niet toe. :)
BeantwoordenVerwijderenBeide werken dingen naar méér van dit.
Wat ben je toch een guit, waarde S. :)
BeantwoordenVerwijderen