maandag 28 december 2020

Dichtstuk op maat bij werk van Barbara Nanning.

 














Gelijk een jeugdige loot

Werd ik niet verstoten,

Doch in haar schoot

Der ware kunst gegoten

En zal ik eeuwig bloeien

In ’t genoegen van ied’re blik

En natuur niet vermoeien,

Noch breken in haar schik.



https://www.barbarananning.nl/nl/

donderdag 3 december 2020

Sonnet 'Laat de lente in mijn hart maar doven' uit nieuw manuscript.

 

Ik kan me niet van jou bevrijden,

Jouw hart en ziel waken overal

Zo fel dat het me verteren zal

Als ik me niet van jou kan onderscheiden.

 

En gemeen is zij die het ure slaat,

Want dan pas word ik gewaar;

Je bent een kristalhelder gevaar,

Dat me doden kan in mijn povere staat.

 

Dus wees zo lief en trek je terug,

Scheur die vleugeltjes van jouw rug

Laat m’n ogen niet proeven van je leest.

 

Laat de lente in mijn hart maar doven

Zodat het me niet langer kan beroven

Van mijn bloed, mijn beenderen en mijn geest.

 

zondag 22 november 2020

Sinterklaasvers voor hondenmagazine Onze Hond.

 














Ieder jaar weder rond deze tijd

Brengt hij iets wat de mens verblijdt,

Maar nu koester ik het meest van al

De hoop dat hij ons niet vergeten zal;

Een kluif, een koekje of wat speelgoed

Of nog iets wat me lekkerbekken doet.

Nog even slapen - m’n sokje ligt klaar,

Toe nou, lieve Sint, verras me maar.


donderdag 12 november 2020

Vers op maat bij 'Melkweg' van Stefan Bleekrode.

 













Wanneer den dag is verzongen

En een mens niet langer lijdt

Vult wereld zijn aardse longen

Met een roet klinkende tijd,

Die hij door ’t uure heel zacht,

Verstrooit in sterrenstof en maan,

Langs een stilte in de nacht

Tot de melkweg laat verstaan.

woensdag 28 oktober 2020

Dichtstuk op maat bij 'de drooglegging anno 2020' van Karl Meersman.

 











Door de wereldse wonden,

Welke hier zijn geslagen

Voelen we ons verbonden

Aan het luide weeklagen

En woekert een felle pijn,

Hier niet zover vandaan,

Waarin bloed tot karmozijn

Wordt vergoten tot een traan.


maandag 12 oktober 2020

Vers op maat bij album van Anouk.

 











Menige planken heb ik betreden,
Menig mens met vreugd' beslaan
En in 't stof mijn ranke schreden
Nimmer tot niets laten vergaan.
Zo poog ik elk oor te schikken
Met stem, schrift of instrument
Word ik door Tijds wrede tikken
Zowel nu als overal herkend.


donderdag 1 oktober 2020

Gedicht op maat bij foto van koning Willem Alexander door Arenda Oomen.

 










Op deez' plek van degen of vriend
Heb ik als strijder ten volle gediend

En laat ik mijn triomf en boeket
In 't guld slaan zonder éénig verzet,
Hoef ik mijn geliefden en dit land
Niet te hoeden voor de rijpbrand,
Want eeuwig zijn zij die zich geven
Voor Oranje, het imm're leven.

zondag 20 september 2020

Vertaling van Percy Byssche Shelley's 'Love's Philosophy'.

The fountains mingle with the river

  And the rivers with the ocean,
The winds of heaven mix for ever
  With a sweet emotion;
Nothing in the world is single;
  All things by a law divine
In one spirit meet and mingle.
  Why not I with thine?-

See the mountains kiss high heaven
  And the waves clasp one another;
No sister-flower would be forgiven
  If it disdained its brother;
And the sunlight clasps the earth
  And the moonbeams kiss the sea:
What is all this sweet work worth
  If thou not kiss me?

.........................................

Springwateren mengen zich met de rivier
  En de rivieren met de zee,
De hemelse winden roeren zich in 't plezier
  Van de zoetheid hier benee.
Niets in deez' wereld is in haar eenvoud,
  Alles verweeft met goddelijk recht
In één geest die zichzelve behoudt.
  Waarom gelijkt u me dan onecht?

Zie hoe bergen met de hemel leven
  En de golven klotsen tegen elkander
Geen bloem zal worden vergeven,
  Als zij zichzelf beschouwt als een ander.
En het zonnelicht bestrijkt de aard'
  En de maan kust de oceaan.
Doch wat zijn al die kussen waard
  Als m'n lippen zonder de uwe vergaan?

maandag 24 augustus 2020

Sonnet: De vreugde

Het leven laat hier zijn groeven na,
Want hoezeer ik ook heb gemind
Het is de arbeid die mij steeds vindt
En de rust vilt zonder enige gena
Mangelt ze de ziel, 't hart en het hoofd
Met haar omvang en haar volle gewicht
Knijpt ze uit alles het levenslicht
Als de vonk ervan nog niet is gedoofd.
Doch wanneer jij aan m'n zijde staat
Ontspringt een lach op mijn gelaat
En tref ik me in 't lichaam van een kind
Dat schoon en blond de aard' verkent
En zijn blik afwendt van het verre end
En in alles pas de vreugde hervindt.

maandag 27 juli 2020

Dichtstuk op maat voor Blinkout in Gent.
















Den vreed’ge rust is hier
Met veele kamers verzonken
En schept esmerauden sier,
Een waarde die onverdronken
Het anker licht op deez’ hei,
Waar alle schoonte is verkaald,
Doch hier de stilte van elk tij
Vier maal in kalmte straalt.

https://blinkout.be/

vrijdag 10 juli 2020

Vers op maat voor brasserie Toetswiet in Gent.





















In den schoot van het antieke Ghent
Laaten wij in deez' praalende zaak
Onze spijzen, waarvoor we zijn gekend,
Soms zoetig, soms hartig van smaak,
Weergalmen door den Arteveldestad
En roeren we geneugte in ied're mond,
Gelijk een zaal'ge honderdvoudige schat
Doet elk van onz' heerlijkheden kond.

maandag 15 juni 2020

Vers op maat bij werk van Carolien Sikkenk.




















In ‘t oog van schemerlicht
Word ik bij dezen ingebed
Tot de dagbloesem zwicht
Door de kiem mijner portret,
Valt het okerkleed teneer
Over de ebbenhouten huid
En is ’t meisje van Vermeer
Trug de schoonte ingeluid.

donderdag 11 juni 2020

Gedicht op maat bij werk van Mirjam Vreeswijk.






















Als in droomen zijn wij gebonden
Aan splendeur der werkelijkheid
En stelpen we de wereldse wonden
Met luwe tinten zijner majesteit,
Worden we in alle vormen gegoten
Door kunstsappen van ‘t penseel
Die saam los, doch onverdroten
Uitkomst geven aan dit oogtoneel.

maandag 1 juni 2020

Vers op maat bij foto van Merijn Roubroeks voor IN Amsterdam.













Door ‘t zilv’ren water omgeven
Pronken we hier in vurige bloei,
Die enkel blad laat in ’t leven,
Weg van des wereldse Snoei,
Verschillen we maar van kleur
En draagen we toch onze kroon,
Omringd door de jeugdige fleur
In het park van Vondel’s schoon.

dinsdag 12 mei 2020

Illustratie op maat van Sassafras De Bruyn bij sonnet.



In m’n blikveld gaan wij nimmer teniet,
Ofschoon er geen tulpen in mei bloeien
Doet een grove wind alle heide snoeien
Als ‘t loof van een vrucht toch verschiet.

Mijn oog ziet zon de avond opklimmen
En wat niet in donkerte is gedompeld,
Wordt door het uur toch verschrompeld
En verliest zicht door almogende schimmen.

Doch ik ontwaar ons niet in een eind -
Zolang je blik niet van de mijne verdwijnt
Zullen wij bloesemen en allerminst doven.

En dan mag het licht of ‘t bloemenperk
Ons niet langer opnemen in hun rijpe werk,
Van geen straal of blad zullen we ’t leven roven.

zondag 3 mei 2020

Dichtstuk op maat bij Corona solo van Karl Meersman.


Ofschoon ik hier alleen
Ten toneele verschijn
Lijkt alles om me heen
Niet verdwenen te zijn,
Dus voer ik mijn spel
Nog ‘n laatste keer op
En trek ik ied’re cel
Allengs door de strop.

maandag 27 april 2020

Sonnet voor therapeutisch initiatief Lichaam en Geest.




In dromen bedekken bloesems je gezicht
En als ik ontwaak zie ik hetzelfde beeld,
Alsof iemand je aanschijn heeft gepenseeld
Zodra dageraad terug de kamer oplicht.

Vergeef me dat ik het niet beter beschrijf,
Dat mijn geest onder een armoede lijdt
En niet huizen kan in meer wijsheid,
En zo onkunde ziet als zijn enige verblijf.

Doch hoe kan ik werkelijkheid scheiden
Als dromen me evenzeer verblijden?
Hoe onderscheid ik dag van droom?

Want de bloesems sieren je aangezicht,
Hoe ver het ook van het mijne ligt,
Zowel droom als daad heeft hetzelfde aroom.

vrijdag 17 april 2020

Vers op maat bij Droomdag van Sassafras De Bruyn.

© Sassafras De Bruyn






















Des nachts lig ik te staaren -
Geen slaap beklimt m’n geest,
Hoe jij en ik die vergane jaaren
Eens blijmoedig zijn geweest.
En dan, in den vroege morgen,
Zit ik vast in een bepaalde droom
Waarin ‘n witstaartje onverborgen
Smult van een zoet aroom.

zondag 5 april 2020

Sonnet uit manuscript.



De grootse poëet


Het verging me geenszins als grootse poëet;
Mijn poëzie was, met de zijne vergeleken,
Grover van voet en zo is nader gebleken,
Dat elegantie van ’t rijm zelfs afstand deed.

Het letterwerk dat ik richten wou aan jou
Beschaamden slechts ‘t onbeschreven blad,
Zo erg dat bevalligheid er genoeg van had
En zich er niet langer aan spiegelen wou.

Dus heb ik me bij de stiel en de leer
Neergelegd en laat ik thans des te meer
Jouw naam weergalmen door zijn stem.

Je zal van mij geen woorden meer horen,
Met geen letter zal ik je nog pogen te bekoren -
Ik blijf stil en wat nog komt, komt van hem.

woensdag 25 maart 2020

Vers op maat bij werk van Maayke Schuitema.



Verbannen van Amor’s bleke wangen
Lijk ik in den vleeze aan ieder te buit,
Die in geen klauw of kaak is gevangen,
Doch zichzelve in een schoonheid uit.
En zo ontsnap ik aan des werelds leed,
Lig ik onder de adem van tijds kwaad,
Die elk beroert met een zucht of kreet,
Maar m’n fraaie lijf aan vrijheid afstaat.



woensdag 18 maart 2020

Paasvers op maat voor bakkerij Himschoot.


De lente sluipt langzaam dichterbij
En Himschoot heeft de lekkerste nij:
Eitjes, taart en heerlijk snoepgoed
En al wat Pasen de hoogste eer aandoet.

zondag 8 maart 2020

Vers op maat bij illustratie van Sassafras De Bruyn.

© Sassafras De Bruyn


Wanneer den dageraad is afgenomen
En ‘n duisterte heeft zich aangereikt,
Lonken deez’ wezens achter boomen
Naar ieder die hen verwonderd bekijkt
En dan sluipen ze in honderdvoud,
Wanneer het licht zich heeft gestild,
Diep in den schoot van ‘t verre woud
In ‘t cederkruid en ’t onneembaare wild.

maandag 2 maart 2020

Beeld van Gabrielle Kroese bij sonnet.



‘Liefde taant en wat nog lonkt is haat’
Zo klonk het uit jouw ketterende mond,
Die niets dan heidense woorden verkondt
Zonder dat het ergens geschreven staat.

Ik weet immers, je hebt me nog lief,
En geen aflaat kan dat ooit doen keren,
Noch zal een predikant ons afzweren
En ons van ‘t geloof stelen zoals een dief.

Wij zijn geen afgoden of religieus goed,
Geen iets dat enige toeval aandoet -
Ondeelbaar zijn wij, gemaakt als één.

Schrijf dat je niet meer om me geeft
Zonder dat je hand ‘t ook maar begeeft,
Want wat je zegt berust op een zonde alleen.



dinsdag 18 februari 2020

Gedicht op maat voor Caffè Rosario in Gent.
















Hoe donker is uw aroom,
Met zuivel of zoeterij bezet
Vaart ge vanuit een droom
Naar ‘t fijnste smaakpalet
Om er immer te weem’len,
Waar pracht zich verkondt
Wordt smaak aller heem’len
Hier verankerd in de mond.

maandag 10 februari 2020

Voordracht sonnet 'Vergeet nimmer'.



Waarom ik jou nimmer vergeet?
Laat deze vraag niet wederkeren,
Want het zou me waarlijk bezeren
Als je me minder acht dan je poëet.

Ik hoef beslist geen eervol bestaan,
Doch als jij jezelf niet kan lezen
Wordt alleen de vrees aller vrezen
Aan mijn hart en geest afgestaan.

Beschouw jezelf als mijn enige weerga,
De reden waarom ik aan ’t dichten sla -
Jij blijft het woord dat me rijmen doet.

En wanneer m’n pen je niet onderscheidt
En je voelt je 't antwoord in vergetelheid,
Vergeet dan nimmer, je bent hier, in overvloed.


dinsdag 28 januari 2020

Vers op maat bij werk van Hellen van Meene.



In den schoot van deez’ wereld
Wordt ’t schoon tot stof gemaald,
Waar menige bloesem nog bedelt
Om regen die al is nedergedaald,
Lijdt een kindermondeke rauw -
‘t Godenmaal is reeds verstrooid
En naakt zijn man als vrouw,
Met geen lompen zijn zij getooid,
Want alles neemt langzaam af
En vindt in niets nog éénig verblijf,
Verwelkt alle rust op elks graf,
Doch ontluikt vreugd op m’n prille lijf.