zondag 26 december 2021

Dichterlijk maatwerk voor retro boetiek Sweet P.

 











In dit pand wordt zowel vrouwe als heer

Omwonden door kleedgoed van weleer

Dat niet ten onder gaat aan asse of tijd,

Doch ieders gestel met fleuren verblijdt

Ook worden passen gezet door een tred

Welke met elegantie en opschik is bezet,

Want hier treft men in authentieke pracht,

De dracht die zowel groef als leed verzacht.


dinsdag 7 december 2021

Vers op maat voor geschenkenwinkel A'pril.











Alhier beneden het behaaglijkste licht 

Krullen de lippen op eenieders aangezicht, 

Vind je het schoon in alle speelse maten 

Tot siersels welke de oervorm niet verlaten,

Want zowel voor rimpels als voor verse ogen

Blijft A’pril met tijdloze praal overtogen.


 

zondag 21 november 2021

Minnebrief uit manuscript 'Brieven aan Haar'.

Mijn liefste Meisje,

het is alweder een dag geleden sedert we elkander zagen. Wat hanteert Tijd bij wijlen een afschuwelijke zeis. Telkens we in de aanblik van Amor treden worden we als het ware uit mekaar gerukt. Ik kan je in volle oprechtheid bekennen dat mijn hart schreeuwt naar het jouwe. Niet alleen zijn de kussen die vloeien van jouw lippen bedwelmend, ook heeft de stilte in jouw aanwezigheid de kracht om alles te benevelen met zoete verrukking. Je bent als een lierklank die me naar de eeuwigheid doet dansen - altoos verheerlijkend en eindeloos bekorend. De schoonheid die in jou huist is er een van ongeziene soort. Werkelijk! Geen woord kan duiden wat mijn ogen ontwaren als ze jou zien. De momenten wanneer ik mijn vingers laat trippelen over je witmarmeren lijfje kennen me meer vreugde toe dan Midas toen die goud zag. En als mijn vingers koud zijn en de exaltatie moeten ontberen lijkt alles rondom me bezwangerd van rampspoed. Liefste, het is mijn tijd. Hopelijk heeft mijn niet elegante pen jou niet bezongen met valse tonen. Indien ze dit heeft gedaan, wees je dan zo goed om haar dit te vergeven?

Jou te allen tijde zeer toegenegen,

je Rob Van de Zande

 

maandag 8 november 2021

Sonnet 'Haar aanschijn' uit manuscript Sonnetterie.

Als ik jouw aanschijn ontberen moet,

Fluisteren bloemen niet meer in kleuren

Hoe bevallig fris en zoetig ze geuren,

Doch verliederlijken ze tot ‘n schare roet.

 

Als ik jouw aanschijn ontberen moet,

Voleinden de gestreepte leeuweriken

Hun zang die de stilte op doet schikken

En hoort men louter druppelend bloed.

 

Als ik jouw aanschijn ontberen moet,

Dooft de warmte in ‘t menselijk gemoed

En wordt ieders ziel met een kilte beslaan.

 

Woestijnen, landerijen en ijsbergmeren

Verstenen als ik jouw aanschijn moet ontberen

En wat nog leven ademt wordt tot as verdaan.


maandag 25 oktober 2021

Sonnet: Onder ede.

 

Ik beloof onder ede aan jouw zij te staan,

Wanneer welgemoed zich even opbaart

En droefenis zich voor jouw ogen ontwaart,

Dan zal ik die treurte voor jou ondergaan.

 

Ik beloof onder ede jouw hand niet te lossen,

Al laten rampspoed, kommer, wee en zeer

Zich een voor een in dat hart van jou neer,

M’n vingers zullen door de jouwe blijven klossen.

 

En ik beloof onder ede dat de bloem op je huid

Zich nimmer zal laten verminken door ‘t onkruid,

Al bederft een decemberdag haar aangezicht.

 

En ik beloof onder ede dat voor jou mijn liefd’,

Al is ze toentertijd door smart gekliefd,

Nimmer zal luwen, thans, eeuwig in dit dicht.

zondag 10 oktober 2021

Minnebrief: Aan mijn allermooiste Meisje.

Mijn allermooiste Meisje,

ik moet mijn pen aanwenden om jou te schrijven hoe ravissant je was laatste dagen. Met alle graagte spiegel ik jou aan een mandir - fraai voor het oog, doch nog bevalliger binnenin. In een eigen bereid verhaaltje van ons brengt jouw voortreffelijke mond veelal te berde dat ik een faun ben. Mijn lieve Meisje, een faun kon zijn affectie neervlijen op de huid van een nimf, een halfgodin. Jij bewaarheidt elke hoedanigheid van een godin, een oppergodin, zo je wil. Praat niet langer over scheurtjes of barstjes die verschijnen wanneer je heel even menselijk bent, doch over schaduwen van praalboeketten of milde grondmisten die ten hemele stijgen wanneer zon daagt. Jouw persoon is bovennatuurlijk, ontroerend schoon en voor elk kunstenaar het onderwerp van zijn ziel dat hij wil, doch niet kan verwerkelijken. Ik kniel op ontvleesde knie, vergeve me mijn armlastige woorden - ik zal nimmer in staat zijn om jou te bezingen met de vocalen die jou recht aandoen. Jouw naam blijft gebeiteld in mijn hart, jouw verschijning geschilderd door mijn geest en jouw psyche beschreven op mijn beenderen. Zonder jou zal geen bloem ooit nog naar vreugd geuren.

Jou immer toegedaan,

je Rob Van de Zande

maandag 27 september 2021

Sonnet 'Krijgersmoed' uit nieuw manuscript.


Hoe bevallig je lijfje ook moge wezen,

Hoe glanzend ook jouw huid van fluweel,

Steevast vallen zij mij ten deel:

De stonden die ik daags moet vrezen.

 

Het voorjaar nam jou in zijn armen

En hulde jou in het zachtste licht,

Waarna hij voor zomer had gezwicht,

Doch die deed jou met augustus verwarmen.

 

‘t Zwervend blad zal jou meelij geven

En later jouw gestel van kou doen beven,

Eens winter vlokjes aan het fladderen doet.

 

Doch heb geen vrees, ik zal je prille figuur

Zowel bewaken bij vuur als het najaarsuur,

Telkenmale met verse krijgersmoed. 

maandag 13 september 2021

Liefdesbrief: Aan mijn liefste Meisje.

Mijn liefste Meisje,

er rest ons nog één avondval vooraleer we mekaar terug in onze liefste armen kunnen sluiten. Ik tel letterlijk elke loden slag van meester klok. Acht je het ook mogelijk dat hij, ondanks zijn wrede getik, thans moeizamer arbeidt dan tevoren? Hoe het ook zij, hij schrijdt voorwaarts en dat is nu van het grootste belang. Mijn Meisje, je moest eens weten hoe ik verlang om jouw lijfje van witte kalksteen te strelen en jouw sneeuwwitte hals te bedrukken met tere kussen en al deze zoete daden te beklinken met vurige liefderij. Het is welhaast een van mijn grootste wensen. Jou zien, voelen en bij jou samen zijn doen de vijf klassieke elementen samensmelten. Jou omhelzen spiegel ik gaarne aan Vuur. Als we tezamen zijn brengt Aarde - ofschoon het haar taak niet is - bloeisel van een uiterst aardige soort voort. De liefde die ons dan omringt fluistert door Lucht de liefste woordjes, waarna Water ontroering doet druppelen uit onze ogen. En Ether, als laatste element, verweeft onze met smacht gevulde adem door elkaar. Het is maar een flauwe afspiegeling, doch tot meer rijkdom is mijn pen voorlopig niet in staat. Allerliefste, het is mijn tijd. Vergeef me als deze armelijke brief jouw nimbus doet smelten tot een hoopje schaduw. Bij rijkere woorden zal de krans stralen opwerpen en zal jouw aanschijn, zoals het bij heiligen hoort, de eeuwigheid tegemoet gaan. Voorgoed de jouwe,
je Rob Van de Zande


zondag 22 augustus 2021

Liefdesbrief: Aan mijn lief Meisje.

Mijn lief Meisje,

terwijl ik me tot deze brief richt werp ik nu en dan steelse blikken naar de gaard. Kon jij maar even zien hoe een zilverberk wordt bedekt met de gloed der ochtendraad. Volstrekt wondermooi. Bijkans een reflectie van jouw blanke lelielijfje tegen mijn onbehouwen gestel. Schenk me enige kwijtschelding wanneer de ene zin al wat slanker oogt dan de andere - ik ben maar een kluns, die zich bij tijd en wijle op een vers durft te storten. In de gedaante van een volwaardig dichter zal ik me nimmer kunnen bewegen. Daarvoor is mijn pen te mollig van punt en mijn geest te doorweekt van onkunde. Ik ontwaar wel het uitgebloeide heelal en de pralende schatten die in de schoot van Moeder Natuur een volmaakte oogst hebben gevonden, doch om die dan gunstig op rijm te verklanken tot een wingerd van inkt, neen, aan zulks kan ik geen uitkomst geven. Wat gaarne zou ik maar mijn liefde voor jou laten walsen door zinnen die als slotsom een gedicht baren. Dit moet uiterst aardig zijn. Thans moet ik het stellen met een schrijfsel dat jij hopelijk ietwat kan waarderen. Het is mijn tijd. Zoals ik tevoren al schreef, gelieve me enige of desnoods alle kwijtschelding te schenken als dit voortbrengsel het blauw in jouw ogen heeft doen verstenen tot een halfslachtige mineraal.                  

De jouwe altijd, je Rob Van de Zande 




maandag 9 augustus 2021

Liefdesbrief: Aan mijn allerbekoorlijkste Meisje

 Mijn allerbekoorlijkste Meisje,

was vandaag jou aardig gezind of speelde het, net als bij mij, een spel waarin het geduld op de proef werd gesteld? Ik kan het hevige gemis aan jou met geen macht bestrijden. Telkenmale Het een duel met me aangaat ga ik ten onder als verliezende partij. Godsjammerlijk zulk lot beschoren te zijn. Wellicht brengt bode Toekomst me goed nieuws en zal ik geen mijlen meer van jou verwijderd zijn. Mijn gezondheid laat het alvast toe. Ik zag vandaag bij toeval een aardigste hondsroos. Zij verkeerde in volle bloei en was lieflijk omringd door toermalijnen in bladvorm. Terstond gingen mijn gedachten uit naar jou. Hoe markant dat jullie soortgelijke trekken deelden. Ik heb ze wel drie vlinders lang in bewondering genomen. Bevallig meisje, zullen wij morgen weder een lange wandeling maken en bij tijd en wijle halt houden om elkanders lippen te bedrukken met zachte zoenerij? Zullen we de straten plaveien met schreden die enkel kussen nalaten in plaats van voetafdrukken? Zulks lijkt vrijwel een droom. Alsof de bronnimf terug bij haar bron kon leven nadat ze van een geschil met Apollo had gewonnen. Zo onwerkelijk schijnt me dit. Toen ik bericht van jou kreeg dat je leed aan pijnen in het hoofd werd ik onwel. Ik dacht dat pijn slechts aards was en geen hemeling als jou kon treffen. Laat me hoog woord hebben met een der goden - ik wijs Hem erop dat ik zoiets niet duld. Voor ik slapen ga bid ik tot hierboven. Nyx zal een allerzachtst bed voor jou weven komende nacht waarin je in een diepe slaap kan zinken. Het is mijn tijd. Schenk vergiffenis aan de letteren die jouw oogleden hebben verzwaard.

Jou te allen tijde zeer toegewijd,

je Rob

 

donderdag 22 juli 2021

Liefdesbrief: Aan mijn lieve Meisje.


Mijn lieve Meisje,

bij dezen geef ik alvast excuus, daar ik weet dat jouw ogenpaar letteren van betere komaf verdienen. Ik zal pogen de meest elegante pen te hanteren. Als vermoeienis jou toch in de geest daagt, vergeve me. De ijzeren hand van Gemis heeft me vandaag niet ontzien. Het heeft me hardhandig aangepakt en mijn hart genadeloos laten lijden. Hopelijk is Het me morgen zachter gezind. Ik heb slechts lief, maar dat in de hoogste mate. Wordt elke liefdenaar pur sang daarop afgerekend? Of degen ik alleen tegen iets dat geen bloed draagt en geen vormen aanneemt? Tegen zulke lucide dader zal ik nimmer triomferen. Hij is me gewoon te krachtig van daad. Meisje, ik wens dat jij betere tijden kent. Uren zonder pijn, vlagen zonder smart. Misschien is jouw goddelijkheid wel tegen zulks bestand en is elke zorg overbodig. Laat ik het van ganser harte hopen. Het is mijn tijd. Anders wordt dit een elegie en dat heb ik mezelf verboden. Weet dat je verankerd bent aan mijn gedachten. Zonder jou kan ik niet bestaan.

Jou overal en altijd toegenegen, je Rob


maandag 14 juni 2021

Opnieuw bekeken: Voor ***

 

Noteer het thans, melieve, dat ik jou min,

Alvorens je verdwijnt in een mistig spoor;

Zo beperk je schade op mijn gewetenszin

En gaat geen geestbui of hartsnik teloor.

 

Noteer het hier, onder jouw prille huid,

Want het harte is wat jou zekerheid biedt,

Als booswicht Twijfel zijn klepele luidt

En jouw denkkist met z’n klank overgiet.

 

En noteer het diep, in jouw geheugen,

Want als de herinnering me heeft gekeeld,

Blijf je me toch in een verleden heugen,

Als mijn doodstof jouw litteken streelt.

 

Zowel thans als hier, dat ieder ’t lezen kan,

Noteer: Ik was zijn vrouw en hij mijn man.

woensdag 19 mei 2021

Sonnet 'Aan Fanny' uit nieuw manuscript.


Ik houd van jouw ogen des te meer

Nu ze bestemd zijn om mij aan te kijken

Zie ik hoever onze toekomst zal reiken,

Fortuinlijk zonder smarten of enige hartzeer.

 

En gezegend is de reis die we tegemoet gaan,

Het pad dat we gaan bewandelen licht;

Zo liefderijk dat elke donkerte zwicht

Onder je beeld van ontluikend majoraan.

 

Zolang een geliefde een liefde kent,

Zolang ik van jou en jij van mij bent,

Zolang wentelt de aarde, strijkt de zon neer,

 

Want de wijzer is niet aan ons besteed,

Evenmin kent het lot berouw of leed,

Zolang we saam zijn, zie ik in weinig steeds meer. 

woensdag 28 april 2021

Vers op maat bij werk van Sandra Kruisbrink.

 

Laat me hier neergeschreven:

Hoe ik prijk in ‘t azuren licht,

Met sneeuwval mild verweven

Op des winters aangezicht,

Word ik door de ranke hand

Getekend in decembermeel

Tot boomen en blommen geplant

Naar dit najaarstafereel.


dinsdag 6 april 2021

Sonnet 'Jouw aanschijn' uit dichtbundel Jong En Geliefder.

 

In ‘n veldboeketje zag ik jouw aanschijn,

Hoe volmaakt geef jij het evenbeeld weer

Van rozen, viooltjes en één plantenveer:

Een deugd ben jij hier in dit beeldfestijn!

 

Viooltjes spelen om beide jouw wangen

En ‘n rozenknop vult ’t kuiltje van je kin,

Zo dat ik niet alleen de mooiigheid min

Van ‘t landschoon dat in jou is gevangen.

 

Doch, ‘k vrees wanneer de blauwe lucht

Zijn weide met kwade wolken bevrucht,

Dat de teelt met onweer wordt besmet.

 

O, God verhoede dat geen jouw aanschijn

Schoffeert met droppels van ‘n kil venijn

Of verkaalt tot een decemberboeket.

 

 

donderdag 25 maart 2021

Sonnet 'Een geschandvlekte muze' uit nieuw manuscript.


Viel je bij mij steeds in het gemis

En ontbeerde ik wat ik het liefste had

Dan was geen herfstregen mij te nat

En werd ik overstelpt door droefenis.

 

Doch ‘t hart heeft voor de ander gekozen

En wat nu blijkt is dat je nederlaag

Tot bloei komt als doornen op een haag

Die niets verliest, behalve zijn rozen.

 

Doch hoeveel rozenblaadjes ik ook tel

Van geen geslachte schoonte word ik onwel,

Niets doet mij of mijn keuze teniet.

 

Je hebt me jouw smetten toegekend

En dat toont aan wie je thans bent:

Een geschandvlekte muze zonder stem noch lied.

  

woensdag 10 maart 2021

Vers op maat bij werk van Stijn Peeters.

 

Getroffen door een hoog’re macht 
Zit ik hier op de grond geknield, 
Ofschoon mijn geest is ontkracht 
En mijn lijf wreed is ontzield 
Sterf ik niet de heldendood, 
Doch trek ik adem uit het leven, 
Dat eenied’re wanhoop verstoot 
Van wat mij nog is gegeven.

maandag 22 februari 2021

Opnieuw bekeken: Tragiek.

Foto: Stephanie Van de Velde







Met onvermogen behoed ik mijn pen,

Alvorens ze jou terug ten tonele richt

En de rol in het schouwspel belicht,

Van de speler die ik geworden ben.

 

Het is niet dat je gegadigden besteelt

Of hun gelaat van masker onthult;  

Jij drijft noch berouw, noch in schuld

Voor de vertoning die jou is toebedeeld.

 

Maar eenieder wordt eens te buit gelegd

En de eenzame prijs van stilte ontzegd,

Ieder roept een keer haar strofen tot eer.

 

Toch ben jij, hetzij in Grieks gewaad

Of als doorn die Romeinse koppen schaadt,

De regel, de rol die ik eerst reciteer.


donderdag 4 februari 2021

Wedstrijd

Naar aanleiding van mijn 15 jarig dichterschap kunt u een uniek present winnen door twee vragen correct te beantwoorden.
- De hoeveelste dichtbundel is Liefderij?
- Bij hoeveel kunstenaars hun werk heb ik poëzie geschreven?
Beide antwoorden zijn te vinden op dit blog.
De eerste winnaar krijgt het present in een kader kosteloos toegestuurd. Een mailtje met de twee antwoorden kunt u sturen naar robvandezande1980@gmail.com
Dit kan tot 15 februari. Degene die triomfeert wordt via mail op de hoogte gebracht.



maandag 11 januari 2021

Sonnet 'De dief' uit nieuw manuscript.


Beticht mij eens en nog heb ik jou lief.

Zeg hen dat ik jouw schoonheid stal

Om mijn vers te spijzen, maar bovenal

Om ieder te vertellen: Zij is de dief.

 

Zij stal van zomer zijn zwoele pracht

En ze heeft zich een gewaad aangemeten

Dat nieuw is in staat en onversleten

Weerzaam is als de winter haar wacht.

 

Zo ook is haar lijfje van zeldzame natuur,

Rank en bestand tegen het rovende uur

En uitmuntend bewaard als gestolen goed.

 

Terwijl ik je schoonheid, je prille leven

Slechts gebruik om mijn vers klank te geven,

Maakt mij geen dief, daar ik jou nu vergoed.